De VR experience neemt je mee naar de tempel van Goa Lawah op Bali, waar net een veldslag heeft plaatsgevonden. De kris die je hier ziet werd meegenomen van een onbekende strijder.

“Gedragen door een hooggeplaatst iemand, veroverd in Kasoemba”: zo werd dit Balinese steekwapen in 1851 beschreven in het Ethnologisches museum in Berlijn. De kris behoorde tot een schenking van Claus Rodenburg, een Duitse verzamelaar die voor het Nederlandse koloniale bestuur had gewerkt op Sumatra en Java.

De verovering bij ‘Kasoemba’ (het dorp Kusamba) verwijst naar de Derde Bali-oorlog van 1849, die in Nederlandse bronnen vaak zacht wordt uitgedrukt als de ‘derde Bali-expeditie'. Deze militaire actie volgde op twee eerdere oorlogen in het noorden van Bali. Het conflict zou zijn aangewakkerd doordat Balinezen gestrande Nederlandse schepen hadden geplunderd. Nederland gebruikte die plundering als excuus om, met veel geweld, een poging te doen het hele eiland te onderwerpen aan het Nederlands regime.

Nadat het noorden van Bali was ingenomen, richtte het Nederlandse leger zich in deze ‘expeditie’ op het zuidelijk gelegen koninkrijk Klungkung. Vanaf de kust bij Padangbai passeerden de troepen het hindoeïstische tempelcomplex Goa Lawah, waar zij bij een veldslag honderden Balinese slachtoffers maakten.

In eerste instantie trokken de Balinezen zich terug, maar ze gaven zich niet zomaar gewonnen. Tijdens een nachtelijke hinderlaag in het dorp Kusamba wisten de Balinezen de Nederlandse generaal-majoor Michiels dodelijk te verwonden. Dit incident maakte een voorlopig eind aan de oorlog.

Uiteindelijk werd Klungkung, als laatst overgebleven koninkrijk van Bali, in 1908 alsnog met veel bloedvergieten ingelijfd bij de kolonie Nederlands-Indië.

MH Roofkunst Balinese Kris
Indonesië (Bali), Kris, ca. 1800-1850, Metaal, nikkel en hout, 48,5 x 9,5 x 4 cm, Berlijn, Staatliche Museen zu Berlin, Ethnologisches Museum, Martin Franken.

Herkomst

In 1851 schonk de verzamelaar Claus Rodenburg de kris aan de Pruisische koning, die het steekwapen vervolgens opnam in zijn kunstkamer. Deze kunstkamer is een voorloper van het Ethnologisches Museum. De archieven hiervan worden nog altijd bewaard. Het enige dat hieruit valt op te maken is dat de kris was buitgemaakt bij Kusamba. Vermoedelijk gebeurde dit tijdens de slag bij Goa Lawah. Hoe Rodenburg aan de kris is gekomen, blijft voorlopig onduidelijk. Wel weten we dat hij meer wapens had verzameld, ook van eilanden waar hij zelf – voor zover bekend – niet is geweest. Mogelijk kocht hij ze via tussenpersonen of in het bruisende handelscentrum van Batavia (het huidige Jakarta).

Magische kogel

Terwijl Balinezen hun binnenlandse conflicten vaak uitvochten met krissen, was tegen de Europese vijand zwaarder geschut nodig. Zo werd de Nederlandse generaal-majoor Michiels tijdens de nachtelijke hinderlaag niet gedood door een kris maar door een kogel van de I Seliksik (vuurwapen). Het verhaal ging dat je met dit magische wapen de vijand niet kon missen. Volgens de overlevering was het de zus van de koning van Klungkung, Ida Dewa Agung Istri Kanya, die de aanzet had gegeven tot de nachtelijke hinderlaag. Op Bali heeft zij inmiddels een heldenstatus gekregen.

Seruni Bodjawati, De Eeuwige Volle Maan Van De Ijzeren Vrouw
Seruni Bodjawati, De eeuwige volle maan van de ijzeren vrouw (koningin Dewa Agung Istri Kanya), 2019, acryl op doek, 150x150 cm (@seruni_bodjawati).

Waarde

In Indonesië zijn krissen, naast steekwapens, ook spirituele objecten. Als persoonsgebonden voorwerpen zijn ze vooral waardevol voor de oorspronkelijke eigenaren, die de spirituele betekenis en de geschiedenis ervan kennen. Van de krissen die tijdens veldslagen zijn buitgemaakt is de vroege herkomst vaak onbekend. In musea zijn tegenwoordig nog veel verweesde krissen te vinden waarvan de diepere betekenislaag verloren is gegaan. Deze kris wordt door niemand geclaimd; ook de huidige koning van Klungkung, Ida Dalem Semara Putra, zegt er geen aanspraak op te willen maken, mogelijk omdat de kris betekenisloos is geworden.

Perspectief

In Nederland ziet men het einde van de Kusamba-oorlog doorgaans niet als een nederlaag en wordt de succesvolle slag bij Goa Lawah benadrukt. Op Bali daarentegen wordt het doden van generaal-majoor Michiels als overwinning op de Nederlanders gezien.

De Nederlandse geschiedschrijving kenmerkt zich door koloniale termen die het gruwelijke karakter van de oorlog verhullen. Je leest vaak over “expedities” in plaats van oorlogen. Daarnaast is het Balinees verzet lange tijd afgezwakt of verkeerd begrepen. Zo eindigde in Klungkung de oorlog definitief in 1908 met een puputan, waarbij de koninklijke familie zichzelf collectief doodde. Westerse historici interpreteerden dit ritueel als wanhoopsdaad, maar feitelijk getuigt deze Balinese traditie van wilskracht: een laatste verdediging van waarheid en gerechtigheid.

Goa Lawah Tempel, Bali, Indonesië Foto Ivanukh, Shutterstock
Goa Lawah Tempel, Bali, Indonesië, Ivanukh, Shutterstock.