Dieren in het Mauritshuis

Wat je hier ziet is een heel oud verhaal. Het gaat over Adam en Eva, de eerste mensen op de aarde. Ze woonden in een prachtige tuin die zó mooi was dat hij het paradijs werd genoemd. Het was altijd mooi weer in het paradijs, dus Adam en Eva waren de hele dag buiten en hoefden niet eens kleren aan. Eigenlijk hadden ze altijd zomervakantie.

Adam en Eva woonden niet alleen in het paradijs: er waren ook heel veel dieren. Zoals paarden en aapjes, leeuwen en tijgers, olifanten, honden, katten en heel veel verschillende vogels. En er was nooit gedoe – iedereen leefde heel makkelijk met elkaar samen. Op dit schilderij zie je hoe fijn het er was.

Met een verrekijker in de hand, gaan vogelspotters Arjan en Gisbert van de Vogelspotcast op ontdekkingstocht door het Mauritshuis.

Bij Het aardse paradijs met de zondeval van Adam en Eva van Rubens en Brueghel, komen ze er snel achter dat hun verrekijker een must is om de kleinste details te spotten. Het schilderij is de droom voor elke vogelaar. Het zit namelijk ramvol vogels uit alle delen van de wereld!

In een holletje in de Gouden Zaal woont Maurits Muis. Als het museum dicht is wandelt hij door het lege gebouw. Als bewaker. Maar écht leeg is het niet in het museum, want in de schilderijen aan de muur wonen Maurits’ vriendjes. Die zoekt hij ’s nachts op. Samen beleven ze spannende avonturen.

In het Mauritshuis kom je ook dit vogeltje tegen. Het is Het puttertje. Puttertjes kun je gewoon in de natuur vinden, misschien heb je ze wel eens gezien. In de 17de eeuw hadden mensen puttertjes ook als huisdier. Puttertjes zien er namelijk mooi uit en hun liedjes klinken heel vrolijk en gezellig. Maar puttertjes zijn ook slim: je kunt ze allerlei trucjes aanleren. Zoals zelf hun voer uit het voederbakje halen, of met een emmertje drinkwater optakelen. Maar of puttertjes dat zelf ook zo leuk vinden, dat weten we niet. Wat denk jij?

Dit ene puttertje is heel beroemd geworden. Niet omdat hij zo mooi kon zingen, of zulke slimme dingetjes kon doen. Maar omdat Carel Fabritius hem schilderde.

Maar we hebben meer vogels. Zoals deze roofvogel geschilderd door Hans Holbein. Hij is getraind om te helpen bij de jacht en zit op de arm van zijn baasje. Die wilde met dit portret aan iedereen laten zien: ‘Kijk eens, ik ben grootvalkenier van de koning van Engeland.’ Want dat was niet zomaar een baantje. Dat was een erebaan.

Ben je benieuwd wat Auke-Florian Hiemstra over de vogel vertelt? Luister dan hier.

Deze schildpadden komen uit Brazilië, een land in Zuid-Amerika. Schildpadden leven in Nederland niet in de natuur. Maar je kunt ze wel bij mensen thuis vinden, als huisdier. Of in de dierentuin of de kinderboerderij. En soms zie je een ontsnapte schildpad in een vijver in een park.

In de 17de eeuw waren schildpadden in Nederland nog onbekende dieren die van ver kwamen. Albert Eckhout zag ze toen hij een paar jaar in Brazilië woonde. Daar maakte hij dit schilderijtje. Echt gezellig zijn deze schildpadden niet, want de vechtersbazen laten elkaar hun scherpe tandjes zien. Maar heeft de schilder dat wel goed gezien? Luister snel naar het verhaal van de mensen van Diergaarde Blijdorp.