Landschappen

Nederland heeft geen bergen of dramatische natuur, toch werd het Hollandse landschap in de 17de eeuw een geliefd onderwerp voor schilders. Ze schilderden duinen, rivieren, molens en boerderijen, allemaal zo realistisch mogelijk, alsof je zo in het landschap kon stappen. De schilderijen laten de natuur zien zoals mensen die toen ervaarden: als een bijzondere, goddelijke plek van rust, kracht en soms dreiging.
Landschapsschilders in de 17de eeuw
Bekende schilders van landschappen waren Jacob van Ruisdael, Salomon van Ruysdael, Jan van Goyen en Jan Vermeer van Haarlem. Ze maakten zorgvuldige composities, waarin het landschap zo mooi mogelijk uitkwam. De horizon lag meestal laag, zodat het grootste deel van het schilderij uit lucht bestond. De wolken en het licht waren dan ook heel belangrijk. Je herkent deze luchten meteen: op en top Nederlands.

Verhalen in landschapschilderijen
Landschapschilderijen zijn niet alleen indrukwekkend, ze vertellen ook verhalen. Donkere wolken kunnen gevaar of verandering betekenen, en een oude eik kan symbool staan voor standvastigheid. Soms verzonnen schilders delen van het landschap om het mooier, dromerig of dramatischer te maken, of ze lieten expres dingen weg die ze niet mooi vonden passen. Kijk bijvoorbeeld naar het werk van Salomon van Ruysdael, Riviergezicht met kerk en veerpont. Dit landschap is deels een fantasie van de kunstenaar: de kerk en het kasteeltje heeft hij waarschijnlijk zelf bedacht.

Zeegezichten
Door de vele zeereizen die Nederlanders in de 17de eeuw maakten, was de zee een geliefd onderwerp. Over dit specifieke soort landschapschilderijen lees je meer bij zeegezichten.
