Veelgestelde vragen over Johan Maurits en het Mauritshuis

Frans Post Gezicht Op Het Eiland Itamaracá In Brazilië MH915 Mauritshuis

In september 2020 openden we een nieuwe vaste presentatie in het Mauritshuis, waarin we het verhaal vertellen over Johan Maurits, Nederlands-Brazilië en de geschiedenis van het Mauritshuis als gebouw en museum. We weten dat het onderwerp veel vragen oproept. Op de pagina hieronder hebben we daarom alvast antwoord gegeven op de meestgestelde vragen. Heeft u ook een vraag? Aarzel niet en neem contact met ons op.

FAQ Johan Maurits

Waarom heeft het museum een zaal ingericht rondom de bouwer van het Mauritshuis, Johan Maurits van Nassau-Siegen?

Met Mauritshuis heeft een zaal ingericht rondom Johan Maurits om een aantal redenen. Allereerst is hij, als opdrachtgever en eerste eigenaar van het gebouw, de naamgever van het gebouw. Zodoende is Johan Maurits direct verbonden met de geschiedenis van het museum.
Daarnaast zijn er vanuit de maatschappij de afgelopen jaren veel vragen gerezen over de Nederlandse koloniale periode en over personen die een hoofdrol speelden in deze periode. Johan Maurits van Nassau-Siegen is er daar een van, als gouverneur-generaal van ‘Nederlands-Brazilië’ tussen 1636 en 1644. Deze zeven jaar zijn een onderdeel van de langere Nederlandse aanwezigheid in Brazilië, die duurde van 1630 tot 1654.
Ook ons publiek is in toenemende mate geïnteresseerd in de achtergrond en ontstaansgeschiedenis van het museum. Tijdens Johan Maurits’ gouverneurschap van Nederlands-Brazilië werd het Mauritshuis gebouwd. Wat zien we daar nog van terug? Wat betekent deze geschiedenis voor ons museum heden ten dage? Het museum zelf wil ook weten waar het vandaan komt. Wat is ons verhaal?

Vanuit deze behoeften is ervoor gekozen een permanente zaal in te richten rondom Johan Maurits, als vervolg op de tentoonstelling Bewogen Beeld- Op zoek naar Johan Maurits in 2019. Deze tentoonstelling had als doel de controverse rondom deze historische persoon te duiden. Lange tijd lag de focus rondom Johan Maurits op zijn liefde voor Nederlands-Brazilië en de kunst en wetenschap die hij met betrekking tot dit gebied liet produceren. Ook is veel geschreven over de initiatieven die hij als gouverneur ontwikkelde op het terrein van infrastructuur: gebouwen, bruggen etc. Daarnaast stond hij bekend om zijn tolerantie jegens andere geloofsgezindten dan de zijne en destijds in de republiek als algemeen geldende, het protestantisme. De tentoonstelling ging op al deze aspecten in en maakte zijn biografie compleet met het vertellen over zijn rol in de trans-Atlantische slavernij, waar eerder weinig oog voor was. 46 wetenschappers en auteurs schreven de teksten van bijdragen van de tentoonstelling Bewogen Beeld- Op zoek naar Johan Maurits.

Met de inrichting van deze nieuwe zaal in 2020 neemt het museum echter zelf stelling, niet alleen door afzender te zijn van de inhoud en de teksten in de zaal, maar ook door de zaal als een permanente zaal in te richten, vanuit de gedachte dat er in het museum een uitgebreide uitleg over Johan Maurits en zijn relatie tot het gebouw en museum miste. Naast de nieuwe zaal is er een pagina op de website ingericht die steeds nieuwe gegevens naar aanleiding van recente onderzoeksresultaten zal laten zien. Ook in de programmering van het museum zal dit onderwerp een vaste plek innemen. Op deze website en in het museum zetten wij Johan Maurits niet als held dan wel schurk neer – maar als een historisch figuur, waarbij zijn rol in de slavenhandel, zeker in het Mauritshuis, met het publiek gedeeld wordt. Ook zijn reeds aangehaalde tolerante bestuur, dat in zijn eigen tijd opmerkelijk was, wordt vermeld. Maar niet zonder voorbij te gaan aan het feit dat deze tolerantie een voortzetting is van het beleid dat al door het voorgaande WIC-bestuur werd gevoerd. Los daarvan maken we ook duidelijk dat deze tolerantie meer uit pragmatische en economische motieven voortkwam dan uit een ethisch-morele hoek.

Johan Maurits speelde, zowel vanwege de opdrachten die hij van zijn broodheer de WIC (de West-Indische Compagnie) kreeg, als op eigen initiatief, een cruciale en actieve rol in de trans-Atlantische slavenhandel. Ook al tonen de werken in de zaal niet de alledaagse rauwe en harde werkelijkheid die het koloniale slavernijsysteem met zich meebracht, aan de hand van deze werken kunnen we wel op dit onderwerp ingaan en het debat over slavernij aangaan.
Johan Maurits heeft in de 17de eeuw en daarna veel betekend voor de kennis over Brazilië in Europa op diverse gebieden en hij heeft aan de basis gestaan van een aantal belangrijke kunstuitingen, zoals de schilderkunst, de architectuur en landschapsarchitectuur in zowel Nederland (Den Haag), als in Duitsland (Kleef) en in Brazilië (Recife). Al deze onderwerpen worden aangehaald en vanaf heden in de zaal en/of op de website uitgelegd.

Uit nieuw onderzoek blijkt, dat Johan Maurits ook voor eigen gewin slaafgemaakte mensen verhandelde. Wat is er precies ontdekt?

Een eerste artikel over de persoonlijke rol van Johan Maurits in slavenhandel en -smokkel is gepubliceerd door het wetenschappelijke tijdschrift Early American History. Dit artikel is geschreven door wetenschappers die in opdracht van het Mauritshuis onderzoek deden. Uit dat onderzoek blijkt dat Johan Maurits slaafgemaakte Afrikanen binnensmokkelde in Brazilië en doorverkocht aan anderen, voor eigen gewin. Ook een ‘gift’ van tweehonderd mensen die de koning van Kongo aan Johan Maurits cadeau had gedaan verhandelde hij voor eigen rekening.

Hoe moeten we dat zien, die handel voor eigen gewin?

In sommige gevallen kon men wel privéhandel drijven, maar alleen met toestemming van de compagnie. Over het algemeen was het strafbaar als werknemers van de Nederlandse handelscompagnieën particulier handeldreven, dus zakendeden voor eigen gewin, in welk product dan ook. Zowel de VOC (Vereenigde Oostindische Compagnie) als de WIC hebben in hun decennialange bestaan financiële schade en reputatieschade opgelopen door de praktijk van de sluikhandel buiten hen om.

De smokkel in slaafgemaakte Afrikanen waarbij Johan Maurits betrokken was, was in de ogen van de WIC illegaal: slavenhandel was strikt voorbehouden aan de Compagnie. Mensenhandel cq slavenhandel en slavernij als zodanig, waren in Johan Maurits’ tijd alleen verboden binnen de landsgrenzen van de Republiek. Daarbuiten mochten de VOC en de WIC aan slavernij en slavenhandel doen. De WIC, Johan Maurits’ opdrachtgever, nam met het besluit Brazilië te veroveren een dubbelbesluit, namelijk ook om het slavernijsysteem vastberaden en bewust aan te gaan. Johan Maurits kreeg van de WIC-directie instructies mee om in Afrika een kustplaats te veroveren zodat de WIC actief kon gaan deelnemen aan de slavenhandel. Hij veroverde uiteindelijk twee Portugese slavendepots: Elmina (in het tegenwoordige Ghana) in 1637 en Luanda (in het tegenwoordige Angola) in 1641-42.

Hoewel slavernij dus verboden was in Nederland, waar overigens met regelmaat door dominees, bestuurders en andere individuen geprotesteerd werd tegen slavernij en slavenhandel, konden de WIC- en VOC-organen buiten de landsgrenzen de praktijk van slavernij volop aangaan. Tegenwoordig zien wij in hoe onmenselijk het systeem was en kijken we naar de pijn, het verdriet, de onmacht, de verschrikkingen en vernedering die deze geschiedenis met zich heeft meegebracht. Daarnaast worden de ogen niet meer gesloten voor de blijvende schade die is aangericht door het slavernijsysteem. Johan Maurits opereerde binnen dit systeem. En Johan Maurits is tegelijkertijd, als stichter en naamgever van het Mauritshuis, dé verbindende schakel tussen ons heden en dit verleden.

Wat wordt uw beleid de komende jaren om meer aandacht te besteden aan de ‘negatieve’ geschiedenis van het Mauritshuis?

Zowel ‘positieve’ als ‘negatieve’ geschiedenis horen bij ons nationale verleden. Wij willen als Mauritshuis een completer verhaal vertellen en geen onderdelen verzwijgen. Dat geldt overigens voor álle werken uit de collectie en voor alle historische personages die aan de collectie, het museum als organisatie en het historische gebouw verbonden zijn.

Belangwekkende onderzoeksgegevens rondom het onderzoek naar Johan Maurits kunnen opgenomen worden in zaal 8. Daarmee wordt de zaal een levend document, hoe subtiel de veranderingen ook zullen zijn, want een museumzaal blijft een museumzaal, en geen boek. Die nieuwe gegevens rondom Johan Maurits kunnen zowel positief als negatief van aard zijn. We halen geen onderdelen over de geschiedenis van Johan Maurits weg, we voegen enkel onderdelen toe. Daarbij kan het gaan om nuances die het museum zal aanbrengen. Dit alles gebeurt zonder afbreuk te doen aan de kunsthistorische waarde en de hoge kwaliteit van de kunstwerken die in het museum hangen. In de publicaties kunnen we uitgebreider ingaan op de uitkomsten van het onderzoek.

Het Mauritshuis heeft nu nieuwe onderzoekers aangenomen. Wat gaan zij onderzoeken en wanneer komen zij met hun bevindingen?

In het kader van het door het Gieskes-Strijbis Fonds ondersteunde onderzoeksproject ‘Revisiting Dutch Brazil and Johan Maurits’ gaan vier onderzoekers tussen september 2020 en december 2021 onderzoek doen naar verschillende onderwerpen die in de geschiedschrijving tot op heden minder aan bod zijn gekomen:

  • de rol van Portugees-Nederlandse netwerken in het verleggen van de Nederlandse slavenhandel van Brazilië naar het Caribisch gebied tijdens en na de Braziliaanse periode;
  • het diplomatiek verkeer tussen Johan Maurits vanuit Nederlands-Brazilië en de Portugese onderkoning in het zuidelijker gelegen Bahia tussen 1640 en 1644;
  • het volgen van voormalige inwoners van de kolonie die na hun Braziliaanse periode in Amsterdam terechtkwamen, vooral voor wat betreft de Afrikaanse gemeenschap in Amsterdam;
  • de manieren waarop de oorspronkelijke Brazilianen hun aandeel in de strijd tegen de Nederlanders later gebruikten in hun onderhandelingen met de Portugese kroon.
    Het onderzoek leidt tot een symposium en meerdere publicaties. Uiteraard zal het Mauritshuis de resultaten van het onderzoek bekendmaken.
Is het uw bedoeling op termijn de naam ‘Mauritshuis’ niet meer te gebruiken? Het Rotterdamse centrum voor hedendaagse kunst ‘Witte de With’ heeft zijn naam aangepast, gaat het Mauritshuis dit ook doen?

Nee, dat is niet onze bedoeling. We willen de naam ‘Mauritshuis’ houden. Het Mauritshuis en (bijvoorbeeld) het kunstencentrum Witte de With zijn in dit opzicht niet één-op-één met elkaar te vergelijken. De naam van het kunstencentrum Witte de With is een vernoeming naar de straat waar het gevestigd is, maar heeft verder geen enkele historische of inhoudelijke link met de persoon Witte de With. Straatnamen zijn vaak genoemd naar personen met als doel deze te eren. Het Mauritshuis is niet genoemd naar Johan Maurits om hem te eren, het is een historische naam die verwijst naar de stichter en eerste bewoner van het gebouw, Johan Maurits van Nassau-Siegen.

De naam ‘Mauritshuis’ valt dan ook te lezen als het ‘Huis van Maurits’ ofwel ‘Maurits’ huis’ en is in eerste plaats de benaming van het pand, zo werd het (in allerlei variaties) genoemd sinds de bouw ervan in de 17de eeuw. Ook in het originele beeldhouwwerk aan de voorgevel van het Mauritshuis is het wapenschild van Johan Maurits prominent te zien. Toen in 1822 het Koninklijk Kabinet van Schilderijen, bestaande uit de voormalige stadhouderlijke collectie (niet de verzameling van Johan Maurits) erin trok, bleef het gebouw het Mauritshuis heten. De museale instelling heet voluit: Koninklijk Kabinet van Schilderijen Mauritshuis.

De naam Maurits zullen we juist inzetten omdat wij het van belang vinden om in het museum het verhaal te vertellen van de geschiedenis van het gebouw en de naamgever, waarbij zijn rol in de koloniale geschiedenis van Nederland - in het bijzonder die van de trans-Atlantische slavernij – niet verzwegen wordt. Hiervoor zijn al enkele aanpassingen aangebracht in het museum, en vervolgstappen kunnen volgen, want omgang met geschiedenis en onderzoek is altijd work in progress. We hebben dus geen plannen om de naam van het museum te veranderen, maar voelen wel onze verantwoordelijkheid om een eerlijk verhaal over de naam en naamgever te delen met ons publiek.