Dit is de zogenoemde ‘Anet’-commode. Hoewel de voorkant prachtig versierd is, zijn de stempels en markeringen op de achterkant belangrijk voor het herkomstonderzoek.

Het brandmerk op de achterkant verwijst naar één van de oorspronkelijke eigenaren: de hertog van Penthièvre, die in de 18de eeuw in het kasteel van Anet bij Parijs woonde. Het merk verwijst waarschijnlijk naar zijn officiële titel, Amiral de France, en naar de eerste en laatste letters van de naam van zijn kasteel.

Het spoor van documenten over de ladekast begint in 1941, toen de Duitse Reichsbank de kast kocht van B. Fabre & Fils, een Parijse kunsthandelaar. Het nummer “Rb 634” op de achterkant verwijst vermoedelijk naar de bestemming in nazi-Duitsland: het Reichsbank filiaal in Berlijn. Tijdens de oorlog werd de ladekast daar in de kelder bewaard. In 1952 werd de commode door het Ministerie van Financiën van de Duitse Democratische Republiek overgedragen aan het Märkisches Museum, het huidige Stadtmuseum Berlin.

MH Roofkunst Anet Commode
Frankrijk, Ladenkast, ca. 1750, Hout, mahonie, brons, marmeren dekplaat, 88 x 171 x 65 cm, Stadtmuseum Berlin, Dorin Alexandru Ionita, Berlin.

De commode werd opnieuw ontdekt in het depot van het Stadtmuseum in 2015. In 2019 startte een onderzoek naar de herkomst, vanwege vermoedens van roof. Tot op heden is daar geen bewijs van naar voren gekomen. Waar de ladekast zich aan het begin van de Tweede Wereldoorlog bevond is echter nog niet bekend, dus het herkomstonderzoek gaat door. Scan de QR-code voor eventuele updates.

In de animatiefilm vertelt herkomstonderzoeker Regina Stein over haar zoektocht naar de geschiedenis van de commode.

Sporen

Deze commode maakt deel uit van een lopend herkomstonderzoek naar 47 antieke meubelstukken in het Berlijnse Stadtmuseum. Vermoedelijk waren ze gekocht in Parijs tijdens de Duitse bezetting (1940-1944). Bestemd voor de Duitse Reichsbank zijn deze meubels voorzien van een Rb-nummer. De meubels zijn grondig onderzocht op merktekens die verwijzen naar makers, verkopers, vorige eigenaren of tentoonstellingen. Bij de Anet-commode blijken deze schaars:

Geen makerstempel        

Omdat de maker geen merkteken heeft achtergelaten, wordt de commode op basis van de stijl toegeschreven aan Jean-François Oeben en gedateerd rond 1750.

No. I                                      

In de symmetrische 18de-eeuwse interieurs kwam meubilair vaak in tweevoud. No. I zou kunnen betekenen dat er elders nog een identiek exemplaar van de commode bestaat, maar deze is tot op heden niet getraceerd.

Rb 634                                  

Het hoogste nummer dat tot nu toe is aangetroffen is Rb 1272. Dit zou kunnen betekenen dat de Reichsbank meer dan 1.000 objecten heeft verworven tijdens de oorlog. Het Stadtmuseum is nog altijd actief op zoek naar objecten met Rb-nummers in andere musea.

A[anker]T                           

De letters A en T zijn afgeleid van de eerste en laatste letter in het woord Anet, de woonplaats en het kasteel van de 18de-eeuwse eigenaar, de hertog van Penthièvre. Het anker verwijst naar zijn titel als “Admiraal van Frankrijk”.

Commode Sporen
Frankrijk, Detail van de achterkant van de commode, inclusief het anker met de letters A en T (Franse kasteel bij Anet) en het RB(reichsbank)-nummer, ca. 1750, hout, mahonie, brons, marmeren dekplaat, 88 x 171 x 65 cm, Stadtmuseum Berlin. Foto: Dorin Alexandru Ionita, Berlin.

Vervolgonderzoek

Het meubel is opgenomen in een lijst vermiste kunstwerken die de Fransen na de oorlog hadden opgesteld. Maar vermist betekent niet per se geroofd. We weten dat de Reichsbank de commode in 1941 kocht van de Parijse antiquair B. Fabre et Fils, maar van wie was de commode daarvoor? Hoewel het bedrijf B. Fabre et Fils niet meer actief is, is het archief nog in bezit van de familie. Een eerste blik in de verkoopboeken van dit uitgebreide archief leverde geen resultaten op, dus weten we niet hoe de handelaar aan de commode is gekomen. Tot nu toe zijn er geen concrete aanwijzingen van illegale onteigening, maar het onderzoek gaat door om dit voor de periode 1933-1941 uit te kunnen sluiten.

Keerpunt

Tijdens de Washington Conferentie van 1998 kwam er hernieuwde aandacht voor de materiële schade die Joodse slachtoffers tijdens de Tweede Wereldoorlog hadden opgelopen. 43 landen ondertekenden de Washington principles, een niet-bindende overeenkomst, waarmee ze beloofden zich in te zetten voor een rechtvaardige afwikkeling. In Duitsland leidde dit onder meer tot de oprichting van de Arbeitskreis Provenienzforschung, een toonaangevend netwerk van herkomstonderzoekers. Internationale samenwerking en uitwisseling van gegevens is van cruciaal belang om de resterende – vaak complexe – zaken op te kunnen lossen.

Nederland

Ook in Nederland zijn er sinds de Washington Conferentie initiatieven om geroofd cultuurgoed te herenigen met rechtmatige eigenaren. Musea doen onderzoek naar objecten in hun beheer. Aanvankelijk onderzocht men alleen de herkomst in de Nederlandse oorlogsperiode 1940-45, maar later ook de periode vanaf 1933, het moment dat de nazi’s in Duitsland aan de macht kwamen en de eerste gevallen van roofkunst zich voordeden.

De Nederlandse oorlogssituatie wordt verder uitgelicht bij het zelfportret van Rembrandt in deze zaal. Meer informatie over de Nederlandse inspanningen op het gebied van herkomstonderzoek en restitutie lees je op onze website.