Toeschrijving Saul en David

De kwestie van de toeschrijving van Saul en David bleef onbeslist tot het einde van het project. Inmiddels lijkt het zeker dat het schilderij is gemaakt in Rembrandts atelier. Daarop wijzen de overeenkomsten met andere schilderijen van hem uit de jaren 1650 en 1660, zowel wat de grondering als de verfopbouw betreft. We zijn er nu bovendien van overtuigd dat het schilderij in meerdere fasen tot stand is gekomen.

Toen het schilderij tevoorschijn kwam van onder de donkere en matte vernislaag, werd heel duidelijk dat Rembrandt de eerste fase vlak na 1650 moet hebben geschilderd. De gevoelvolle modellering van Davids tienergezicht toont de penseelvoering die karakteristiek is voor Rembrandt in die periode.

Over de tweede fase waren we minder zeker. De losse penseelstreken waarmee de mantel links onderaan is neergezet lijken wilder dan gebruikelijk. De klodders verf op Sauls hand, neus en vooral rond de ogen lijken overbodig en plomp. Maar we moeten ons realiseren dat er in de loop der tijd veel veranderd is aan het schilderij. Het is niet alleen in stukken gesneden en weer aan elkaar gezet, maar bij oude restauraties zijn ook verflagen verwijderd en sommige pigmenten zijn verkleurd. Stel dat de tweede fase niet van Rembrandt zelf zou zijn, dan zou dat betekenen dat de meester een leerling toestond enkele van de meer cruciale delen van het schilderij te ‘voltooien’, zoals het gezicht en de handen – een bijzonder onwaarschijnlijk scenario. Een andere mogelijkheid is dat het schilderij bij Rembrandts dood onvoltooid achterbleef en op een later moment is afgemaakt door een andere kunstenaar, iets waar we geen bewijs voor hebben.

We hebben daarom de conclusie getrokken dat de tweede fase ook door Rembrandt is geschilderd, in het midden van de jaren 1650. De ruwe en onhandige indruk die de tweede schilderfase maakt, is te verklaren uit het feit dat het aanzien ervan in de loop van de tijd sterk gewijzigd is. Naar onze mening heeft Bredius in 1898 dus een echte Rembrandt gekocht, maar wel een die nogal beschadigd is.